![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() Onze optredens zijn bedoeld als een muzikaal eerbetoon aan Herman Brood, de meest overtuigende Nederlandse belichaming van het begrip sex, drugs en rock & roll. Ondanks zijn bekendheid vele jaren na zijn dood, zullen maar weinig mensen het muzikale oeuvre van Herman Brood goed kennen. Dat heeft ongetwijfeld te maken met enerzijds zijn grillige discografie en anderzijds zijn vele nevenactiviteiten op het gebied van tv, film, theater en vooral schilderkunst. Daarom hier een dwarsdoorsnede van Hermans discografie in 10 delen, van 1977 t/m 2000: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 DEEL 6 A
The Brood (1984) ***
Brood legt in tussen steeds minder prioriteit bij de muziek. Het tanende succes van zijn LP's de afgelopen jaren zorgt ervoor dat Brood steeds actiever wordt als kunstschilder. Met hulp van vriend Dick van der Meyden, die in dezelfde periode als Herman actief was op de kunstacademie en menig hoesontwerp voor Brood verzorgde, ontwikkelt Herman zijn eigen stijl. Zijn werk met felle vaak primaire kleuren in de traditie cartoons en de Cobra-beweging wordt steeds populairder en vindt gretig aftrek en is daarmee financieel aantrekkelijker vanwege de hoge productiesnelheid. Toch heeft Brood begin 1984 eindelijk weer eens een hit. Henny Vrienten en Herman Brood nemen samen 'Als je wint' op en bereiken de nr. 10 in de Top40. Vrienten schrijft het nummer voor zijn eerste solo LP 'Geen Balade' na het uit een vallen van Doe Maar dat jaar. De samenwerking met Vrienten brengt Brood naar de B.M.I. Studio's van Johnny Hoes te Weert. Met een nieuwe platenmaatschappij en nieuw elan gaat Herman aan de slag om The Brood op te nemen. Het wordt een afwisselende, maar ook wisselvallige plaat. Hoewel er drie verschillende drummers aan te pas komen is de constante factor van het album de snaredrum, die klinkt als een galmende mokerslag. De rest van het geluid is prima in balans, de zang vloeit lekker in het geluid van de band. Bovendien, weten we nu, moeten de ergste galmjaren van het decennium nog komen. De Bombita's zijn vanaf 1984 op volle sterkte als Robbie Schmitz wordt vergezeld door Lies Schilp. Ook wordt tijdens de sessies voor The Brood de ritmesectie weer eens volledig vervangen. Ad van der Ree speelt in de studio twee nummers in en wordt de drummer van de live band. Gerard van Dooren (a.k.a. Gee Carlsberg) is de bassist in de studio en de live band. Compleet met leernichtenpet, wiegend achterwerk en wijdbeens basgitaarspel is met name Carlsberg een opvallende verschijning. Opener 'Tattoo Song' wordt eveneens een hitje. Het reggaenummer wijkt in veel opzichten af van het eerdere werk van Brood. Hierna volgt het sterke 'Lady Killer'. Broods versie wijkt weinig af van het origineel van Flash and the Pan geschreven in 1978 door George Young, de oudere broer van AC/DC-leden Malcolm en Angus Young. Het nummer wordt veelvuldig door Brood live uitgevoerd. Brood voegt dan graag nog een passage van een ander Flash and the Pan nummer getiteld 'Walking in the Rain' aan het nummer toe. Toch komt de single niet verder dan de tipparade. The Brood gaat vervolgens sterk verder met de tracks 'Help me' en 'Burn'. Het merendeel is weer van de hand van Hollestelle. Kant A van de LP sluit af met 'Hassle' een nummer dat op herhaling mag. Op Frisz & Sympatisz neigde het nummer naar rock, de versie op The Brood is wat luchtigere jazz versie. Kant B staat nagenoeg helemaal vol met 'geleende' nummers. 'Eyes' is een cover van Todd Rundgren, die het nummer zelf overigens de titel 'I Saw The Light' mee gaf. 'No ballad' is een vertaling van Brood van het Vrienten nummer 'Geen Balade' dat hij vervolgens samen met Vrienten inzingt. 'Nightcat' is een typisch Sweet d'Buster nummer met heerlijk piano riedel en voortreffelijke zang van Bertus in het refrein. 'My Girl' is geschreven door Smokey Robinson, net als die andere Motown hit 'My Guy'. De 'My Girl' op The Brood is de 'My Guy' van Robinson door Brood verbouwd tot 'My Girl', en dus niet te verwarren met 'My Girl' van Robinson. De pitloze versie van 'Speedo' van The Cadillacs voegt weinig toe aan de versie op live plaat 'Cha Cha'. Tot slot is 'Groupie girl' een cover van Tony Joe White uit 1970. Eigenlijk een flauw bluesy niemendalletje dat desondanks hit status kreeg door de uitvoering van White zelf. Brood zet het nummer op geslaagde wijze zwaarder aan. In totaliteit bevat The Brood een fijne verzameling aan nummers. Het feit dat Herman de prioriteit niet meer bij de muziek legt, zorgt er voor dat er weinig eigen songmateriaal voorhanden is. Juist als gevolg van het grote aantal covers heeft de plaat toch meer weg van een allegaartje en kan Brood onvoldoende zijn stempel zetten op de muziek wat zorgt voor minder spannend eindresultaat.
Herman Brood & His Wild Romance met My girl Nederland Muziekland 1984 (playback act):
Henny Vrienten & Herman Brood - Als je wint (1984):
Ladykiller Flash and the Pan (1978):
Herman Brood & His Wild Romance met Saturday Night en Ladykiller 1984:
Foto boven: Herman Brood & his Wild Romance in 1984 met zichtbaar v.l.n.r. Herman Brood, Gee Carlsberg, David Hollestelle Jr. en de arm van Lies Schilp Onder: Single Lady Killer (1984)
DEEL 6 B
Bühnensucht (1985) ****
In 1985 verschijnt een live album met de schitterende naam Bühnensucht. Het is een fraaie momentopname van The Wild Romance live midden jaren tachtig. Hoewel Bertus Borgers ontbreekt is verder de band in de samenstelling niet meer gewijzigd sinds het verschijnen van 'The Brood' als in de Rotterdamse punk en new wave discotheek Parkzicht twee live shows worden opgenomen. In lijn met 'The Brood' bevat Bühnensucht een mix van nieuw en oud werk aangevuld met enkele covers. De band en in het bijzonder The Bombitas zijn in topvorm. Hollestelles gitaar scheurt en stuwt. De drummer is strak. Bassist Carlsberg zorgt met zijn typisch rollende basloopjes met uit duizend herkenbare ad libs voor eigentijdse interpretaties. De weergegeven titels op de albumhoes zijn slechts de kernwoorden uit de eigenlijke titels. De plaat begint met het intro waarmee Herman Brood zijn optredens in deze tijd vaak start de 'Peer Gynt Suite'. Hierop danste Herman, liefst naakt, veelvuldig als kind als een soort act tijdens familiefeestjes. Hollestelle is weer hofleverancier van de nieuwe nummers 'Get Married', 'Hell On Wheels', 'Workin' The Road' en 'Don't Do'. Het oudere werk bestaat uit 'No More Dancin' en 'Checkin' Out' van het album 'Modern Times Revive'. Niet te beroerd om aan te geven waar de inspiratie van dat laatste nummer vandaan komt start het met een passage van 'Hey Joe' Hendrix' grootste hit. Verder zijn 'Then She Kissed Me' en 'Stay Alive' afkomstig van 'Frisz & Sympatisz'. Het onvermijdelijke 'Saturday Night' wordt sterk en overtuigend neergezet. Dat Brood langzamerhand liever covers speelt dan zijn eigen werk blijkt ook uit het feit dat hij na wat grasduinen tussen de oude soulplaten van labels als Motown en Stax met drie fraaie nieuwe covers op de proppen komt. Op de setlist prijken 'There Ain't No Love' van B. Bland, en 'Something is wrong with my Baby' van Isaac Hayes en David Porter. In 'Something is wrong with my Baby' verwijst Herman alvast naar zijn album 'Back on the corner' dat hij in 1999 zal uitgeven. Opvallendste cover is 'Heatwave'. Bekend geworden in de uitvoering van Martha Reeves & The Vandellas uit 1963. Het productieteam achter Motown, het drietal Brian Holland, Lamont Dozier en Eddie Holland, schreef het nummer en zal later nog veel vaker voor inspiratie bij Herman zorgen. Een heerlijk live album!
Heat wave door The Bombita's, Herman Brood & his Wild Romance tijdens NCRV TV-opnamens op Christelijke Scholengemeenschap Assen (1985):
Foto boven: Brood live in discotheek Parkzicht, Rotterdam (maart 1985) RL, mei 2015 |